Wat gebeurt er als je op ontdekkingstocht gaat in eigen tuin? En de namen achterhaalt van alle vogels en vlinders, kevers en korstmossen, planten en paddenstoelen, wantsen en wespen, libellen, krekels, bijen en vliegen, kortom van alle soorten die je maar tegenkomt? Renze Borkent ging op tuinsafari en ontdekte meer dan 1.200 soorten in zijn kleine stadstuin.
Bewapend met camera, veldgidsen en herkenningsapps zoekt hij dagelijks alle hoeken van zijn tuin af en ontdekt hij de ene na de andere soort. Hij vindt zelfs nieuwe soorten voor Nederland. Terwijl de soortenlijst groeit, ziet hij steeds meer verbanden tussen planten, biotopen en diersoorten.
Lichtvoetig, met gevoel voor humor en soms pijnlijk kwetsbaar reflecteert hij op de verbazingwekkende soortenrijkdom in zijn stadstuin.
‘Renze Borkent heeft een machtig mooi boek geschreven. Niet alleen neemt hij ons mee op een verrassende ontdekkingstocht door de wonderbaarlijke micronatuur van zijn vinexwijktuin, maar hij doet dat ook nog eens in een zeldzaam mooie en losse schrijfstijl. Moeiteloos vloeit het verhaal van natuurobservaties naar zijn persoonlijke leven en weer terug. Hij doet dat op zo’n ongedwongen manier dat zijn boek niet alleen een gids wordt van de biodiversiteit in een gewone tuin, maar ook een verkenning (en herkenning) van de ruwe schoonheid van het leven — dat van hem, ons, en alle flora en fauna waarmee we onlosmakelijk verbonden zijn.’ – Prof. Menno Schilthuizen, evolutiebioloog, hoogleraar en schrijver